De poort van Brandenburg in Berlijn.

Über alles, maar dan leuker

Na een turbulente twintigste eeuw, is Duitsland opgestaan als Europa's economische en politieke krachtcentrale. En de comeback van hoofdstad Berlijn staat symbool voor de nieuwe rol van Duitsland als leider van een steeds verder geïntegreerde Europese Unie.

Gepubliceerd op 15 maart 2011 om 15:29
De poort van Brandenburg in Berlijn.

Duitsland was een keizerrijk, een mengelmoes, een dictatuur en vervolgens een wrak. Tijdens de laatste twee decennia en sinds de hereniging was het dan eindelijk een normaal land. Maar het is niet langer normaal dat ze daarmee pronken. De Duitse kanselier, Angela Merkel, is uit de financiële crash van 2008 teruggekomen als de onbetwiste leider van de eurozone.

Vorig jaar liet ze de munt aan een ramp ontsnappen en behoedde ze de Griekse economie voor een bankroet. En dat zal ze voor andere leden van de club misschien ook nog wel moeten doen. Haar land walst over Europa heen zoals het dat, we durven het haast niet te zeggen, sinds de jaren 40 niet meer gedaan heeft. Maar dit keer gebeurt het met wat meer terughoudendheid en ruimhartigheid.

Uithangbord voor de culturele en economische voordelen

Een bezoek aan de in ere herstelde hoofdstad laat je kennismaken met een volledig nieuw Berlijn. De littekens van de opsplitsing zijn verwijderd. De muur is verdwenen, net als de meeste sporen van het Derde Rijk. De twee grootste trauma's uit Duitslands verleden zijn stilletjes van de Berlijnse kaart geveegd.

In plaats daarvan zijn de klassieke monumenten van de Pruisische overheersing in ere hersteld. Ze liggen aan de oevers van de Spree als voorname oude soldaten verzonken in hun herinneringen. Daarbuiten ligt een vreemde, nog steeds gewonde stad, overspoeld met goedkope naoorlogse architectuur.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Berlijn lijdt aan grote-gebouwen-vermoeidheid en mist zijn kasseien. Het ontbeert de rumoerige warmte van München, de gestroomlijnde plutocratie van Frankfurt en de bedrijvige handel die de Rijn met zich meebrengt. Berlijners haten het om te moeten horen hoe goedkoop hun stad wel niet lijkt, of hoe leeg. Maar de stad is beide.

De meeste Britten zien Duitsland als een natie waarvan iedere beweging door de geschiedenis wordt bepaald, en waarvan de geschiedenis wordt beschouwd als meedogenloos megalomaan. Ik heb Duitsland altijd als het tegenovergestelde gezien, als een uithangbord voor de culturele en economische voordelen van kleinschaligheid en plaatselijkheid. Buiten het oorlogstijdperk van Bismarck tot Hitler, koesterde Simon Winders* verrukkelijke land van trollen en Rijnmaagden, bossen en bier, efficiënte fabrieken en schone hotels, de Reformatie, de noordelijke Renaissance en de industriële revolutie zonder zich echter te verliezen in de praal die de status van superstaat met zich meebrengt.

Samensmelting van democratie en industriële kracht

Toen de geallieerden zich in 1945 systematisch toelegden op een grondwet die 'Duitsland eronder moest houden', grepen ze terug op pre-Bismarckiaanse vorstendommen en 'vrije steden'. Het economische wonder vindt zijn oorsprong niet alleen in het Duitse arbeidsethos, maar in decentralisatie, stedelijke concurrentie en ondernemerschap. Duitsland blijft een land dat in essentie verdeeld is. Het bestuur en veel van het culturele leven mag dan zijn teruggekeerd naar de nieuwe hoofdstad, het financiële hart klopt in Frankfurt, het industriële in het Ruhrgebied en de grootste kranten komen uit München en Frankfurt.

De grondwet liet Duitsland een opzettelijke zwakte na, een overdaad aan coalities, autonome deelstaten en voortdurende verkiezingen. Maar de democratie, waarmee de Duitsers vrijwel geen ervaring hadden, bleek robuust te zijn. Het gemak waarmee de West-Duitsers hun oosterburen na 1989 opnamen, wat ze meer dan 1 triljoen euro kostte, was verbijsterend.

Deze samensmelting van democratie en industriële kracht blijft Duitslands grootste troef. Voor Anglo-Amerikaanse ‘liberalen’ is het gekmakend om te zien hoe het Duitse sociale corporatisme nog steeds uitstekend presteert ondanks financiële kartels en vakbonden voor managementcommissies. Het resultaat van deze bedrijfscultuur is dat de Duitse arbeidskosten van 2000 tot aan de crisis bleven dalen, terwijl die in het Verenigd-Koninkrijk en Frankrijk juist stegen.

Tijdens de recessie hoefden Duitse werkgevers geen personeel te ontslaan toen de vraag inzakte, maar accepteerden de werknemers loonsverlagingen en hielpen de banken bedrijven over het dieptepunt heen. Daardoor kon het Duitse bedrijfsleven na de recessie met een intact personeelsbestand weer aan de slag, klaar om te groeien. Maar waar buitenstaanders zich verbazen over de 3,7 procent groei van afgelopen jaar, zien de Duitsers overal beren op de weg.

De beroepsbevolking vergrijst: de mensen worden ouder en gaan met pensioen. De injectie van 16 miljoen Oost-Duitsers is nu uitgewerkt. Het arbeidspotentieel neemt af en het bevolkingspeil blijft alleen op niveau dankzij de immigratie. De Berlijnse raad voor integratie en migratie voorziet dat in 2050 de helft van alle Duitsers van niet-Duitse afkomst zal zijn. Velen van hen zijn Turken, van wie het gebrek aan arbeidsethos en hun onvermogen het beste uit het Duitse archaïsche schoolsysteem te halen terwijl ze van een sociale uitkering leven, een constant politiek hangijzer is.

De poorten van Parijs zijn wijd opengezet voor Bismarck

In de afgelopen tien jaar steeg het percentage Duitsers dat van mening is dat de maatschappij 'oneerlijk' is, van de helft naar driekwart. Hoewel dit gezien kan worden als een Duitse aangelegenheid, hoort een Duitse aangelegenheid bij Europa als Duitsland zich op zichzelf terugtrekt.

Het land waarmee Duitsland tegenwoordig een cruciale relatie heeft, is Frankrijk. Dat land versloeg Duitsland in de afgelopen twee eeuwen een keer en werd zelf drie keer door Duitsland verslagen. De relatie lijdt niet langer onder het oude grapje dat Duitsland dekking zoekt voor de Franse zwakte en Frankrijk voor de Duitse kracht. De Franse president, Nicolas Sarkozy, heeft de Duitse fiscale en budgettaire discipline binnen de euro hard nodig om zijn vakbonden en vraatzuchtige publieke sector in bedwang te kunnen houden. Hij heeft als het ware de poorten van Parijs wijd opengezet voor Bismarck.

De euro werd door de Duitsers aarzelend geaccepteerd als vervanging van de Deutschmark, als een talisman van de Europese Unie en als een manier om de Duitse exportmarkten binnen Europa te beschermen. Vorig jaar zou het publiek echter met genoegen zijn teruggekeerd naar de oude valuta. Toen ik in die tijd in Griekenland was, merkte ik de heftige anti-Duitse gevoelens op die een exacte afspiegeling leken te zijn van de anti-Griekse gevoelens van de Duitsers. Het Duitse boulevardblad Bild stuurde verslaggevers de straat op om handenvol oude drachmen aan voorbijgangers in Athene uit te delen, een gebaar wat zowel als satirisch als minachtend kon worden uitgelegd.

In 1989 verzette Margaret Thatcher zich in een volledige misvatting van het moderne Europa hevig tegen de Duitse hereniging. "We hebben de Duitsers twee keer verslagen,en nu zijn ze terug", zei ze. Waarbij ze gelijk had over hun terugkeer.

Het idee van een natie die een federatie ‘leidt’ die zo divers en financieel corrupt is als de Europese Unie zit vol onzekere factoren. Duitsland mag op geen enkele manier toestaan dat de euro mislukt. Anders zouden er overal rondom Duitsland mini-Weimarrepulblieken ontstaan. Maar veel hangt af van de leiding door politici met een vergelijkbare gevoeligheid als die van Merkel en haar voorganger Gerhard Schröder. De leiding van Europa is afhankelijk van de light-versie van Duits leiderschap.

In de onderhandelingen deze maand over een pact voor de euro, waarvan Groot-Brittannië zich afzijdig houdt, wordt om nieuwe economische discipline van de eurolanden gevraagd, die zal ingrijpen op hun begrotingen, schulden en fiscaal beleid. Er wordt een grote macro-economie mee beoogd, met Duitsland in de voorhoede.

Dat is de prijs die de Duitse stemmers eisen voor verdere financiële injecties voor zwakkere lidstaten. Het zijn de ‘steeds nauwere betrekkingen’ waarvan sceptici denken dat ze zullen zorgen voor een broze politieke economie, Germaans en dirigistisch in het centrum, Latijns en rebellerend aan de randen.

Dit is het Europa waarin het nieuwe Duitsland een leidende rol speelt. Het land heeft slechts weinig kostbare tijd om aan zijn nieuwe hegemonie te wennen, maar noch Duitsland, noch Europa hebben een andere keus.

*Simon Winder – schrijver van bestsellers over Duitsland

Gezien vanuit Berlijn

Zowaar perfect

"Het Duitse model?", Cicero wijdde zijn januari-nummer aan het ongemakkelijke gevoel waarmee de Duitsers zitten door alle complimenten die ze van buitenaf ontvangen. De onophoudelijke lofzang van Nicolas Sarkozy voor het Duitse model en dat Jean-Claude Trichet bestempelde als "voorbeeldig" en het compliment van de ECB die Duitsland beschouwt als "het meest populaire land ter wereld". "Tegenwoordig zijn de Duitsers niet alleen maar efficiënt en gedisciplineerd, maar zitten ze ook vol passie, zijn ze populair en zelfs een beetje glamour", aldus een presentator van een Brits televisieprogramma dat door het Duitse tijdschrift geciteerd wordt. Het is allemaal te veel voor "het oude land van dichters en denkers waar het overbodig is dat een Heinrich Heine zich overgeeft aan cultureel pessimism”, schrijft Cicero. “Voor veel Duitsers, voornamelijk intellectuelen, kunstenaars en kritische burgers, is het allemaal al lang te veel van het goede. Hoe is het mogelijk: ‘Duitsland als voorbeeld’? En hoe zit het dan met Hartz IV [bijstand], Gorleben [opslag van kernafval], Stuttgart 21 [omstreden verbouwing van het station], de armoede onder kinderen, het tekort aan kinderopvang, de eerste- en tweedeklas gezondheidszorg, de ellende in het onderwijs?Cicero legt zijn vinger op een Duitsland dat het tijdschrift beschrijft als "bunker vol klaagliederen” waar “onverwoestbare liefde voor het kwaad en endemische zelftwijfel” zegeviert. Volgens het tijdschrift is het de hoogste tijd dat de Duitsers eindelijk accepteren dat anderen “de Duitsers bewonderen voor wat ze in zestig jaar tijd zijn geworden en wat ze zelf maar moeilijk kunnen geloven: een stabiele democratie waar de hele wereld respect voor heeft. Duits, maar gelukkig? Een interessante gedachte. Wordt vervolgd…"

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp