Een beeld uit de film Barbara van Christian Petzold, 2012 .

Weg met de politiek correcte film!

De kritieken op de film Barbara maken duidelijk dat de Duitse film tot een inhoudelijke opdracht is verworden waarbij politieke correctheid door de invloed van de staat, die met de subsidies komt, een grote rol speelt. Volgens regisseur Dominik Graf verstikt de Duitse filmografie op deze wijze. En wat als regisseurs wat meer durfden te provoceren en een grotere dosis humor aan hun films toevoegden?

Gepubliceerd op 11 mei 2012 om 10:26
piffl-medien  | Een beeld uit de film Barbara van Christian Petzold, 2012 .

Zo gaat het nu altijd met de Duitse film: op een hoogtepunt volgt zeer snel een dieptepunt. De blijdschap over Christian Petzolds Barbara, de met een prijs bekroonde Duitse inzending voor de competitie van het filmfestival van Berlijn, werd kort daarna de kop ingedrukt door een kritiek in de Frankfurter Allgemeinen Sonntagszeitung. Daarin werd de film in een fatale context met andere DDR-verwerkingsfilms geplaatst.

Het is fenomenaal hoe dergelijke filmkritiek de Duitse film tot een inhoudelijke opdracht wil veroordelen. Vooral doordat de lezer wordt voorgehouden dat Barbara niet primair als pure film zou moeten overtuigen, maar ook aan door de staat goedgekeurde criteria zou moeten voldoen. Een 'exact' geschiedenisbeeld graag! Moeten Duitse regisseurs eigenlijk niet in de eerste plaats braaf het stokje van de [politieke] correctheid apporteren?

Subsidiecultuur

De film Barbara, die in de ogen van iedereen is gelukt, kan zulke vergiftigde lof missen als kiespijn, want hij is genomineerd voor de Duitse filmprijs. Wie de shortlist beziet, begrijpt het dilemma van de subsidiecultuur: die wordt geplaagd door uitholling als gevolg van afgezaagde thema's. Het verheffende, het thematisch bevlogene van de Duitse filmproductie wordt zo langzamerhand behoorlijk vervelend.

Als je kijkt naar de verhoudingen binnen deze half-commerciële bedrijfstak, dan valt op dat het economische centrum van de filmproductie – laten we het voor het gemak maar even de 'mainstream' noemen – nog slechts een fractie van de gesubsidieerde films voor zijn rekening neemt. Dat wil zeggen dat juist het deel van de sector, dat het meest in aanmerking komt om publiek naar zich toe trekken, het ieder seizoen met minder subsidie moet stellen. Opvallend in dit deel van de sector is het relatief hoge percentage autodidacten onder de regisseurs.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Bedreigde diersoorten

Daartegenover staat een hele reeks goedkope producties, die thematisch en formeel in de filmhuis-categorie thuishoren – vrijwel allemaal geregisseerd door ex-studenten van de filmacademie. Op de 'academieplank' van de shortlist treffen we de volgende onderwerpen aan: geestesziekten, Alzheimer en kanker, naast bij de overheid populaire thema's als integratieconflicten, neofascisme, kritiek op de financiële sector, de herwaardering van de DDR, enz. Zouden deze films nou allemaal gemaakt worden, omdat zij met hun thematische relevantie een grotere kans op subsidie hebben?

Ondanks de gestaag toenemende know-how lijkt de Duitse film vooral een breed scala bespiegelende commentaren te zijn. Voor de enscenering geldt: zo weinig mogelijk filmmuziek, en een zo groot mogelijke authenticiteit van beeld en cameravoering. Te veel kunst, te veel goede voornemens? De mainstream - film als plezier, film als heerlijk kunstmatige pracht, film als rechtstreekse verleiding - is daarentegen een bijna eenzame onderneming geworden.

Vroeger was het leuk om je af te zetten tegen commerciële, stompzinnige, Teutoonse films. Tegenwoordig moet je misschien juist de trivialere varianten van de Duitse filmcultuur verdedigen, want het lijken welhaast bedreigde diersoorten.

Stroperige tijden

Alle maatregelen die de sector ondersteunen zijn goedbedoeld. Onder vrolijke aanvuring van de Duitse filmacademie speelt de strijd zich vooral af langs de oppervlakkige frontlinie tussen de 'commercie' en de 'filmkunst.' Op beschuldigende wijze worden met het schuim op de mond films uit het andere kamp door het slijk gehaald. Barbara is nu gelukkig genomineerd voor een prijs. Diepe zucht.

Het valt op dat de officiële Duitse filmsector op nogal onbeholpen wijze de steun van het Berlijnse publiek opzoekt. Tenenkrommend is ook al langere tijd de aanwezigheid van Berlijnse politici bij filmpremières, want dit legt onmiddellijk de dodelijke zwakheden van deze films bloot: de onvergeeflijke manier waarop zij aanleunen tegen een 'correcte' interpretatie van de maatschappelijke werkelijkheid of de geschiedenis.

Het is een feit, we leven nu eenmaal in een 'stroperige' tijd. In de culturele meningenbrij dreigen onbelangrijke zaken snel kopje onder te gaan. De mooiste, toevalligste en meest bevrijdende dingen zouden zomaar aan gene zijde van alle opgeklopte drukte kunnen liggen.

Maak elkaar af!

De Duitse filmwereld is een evenwichtskunstwerk, dat bijeen wordt gehouden door prijzen en loftuitingen. De internationale successen van de afgelopen jaren hebben geleid tot een bedrieglijke zelfverzekerdheid. Je zou zo langzamerhand wel weer eens willen roepen: Rijt die wonden toch open! Maak elkaar af!

De reactie op dit alles bestaat momenteel uit een grote berusting. Sommigen zijn te verzadigd om zich nog druk te kunnen maken of iets grondig te willen veranderen. Anderen, vaak jongeren, zwijgen uit angst voor hun naakte bestaan over hun gezamenlijke situatie. Jaar na jaar wordt de veel te kleine Duitse markt door de filmscholen met pas afgestudeerde regisseurs overspoeld.

Deze situatie is des te absuder tegen de achtergrond van de aanhoudende geluiden uit de sfeer van producenten en uitzendgemachtigden dat de broekriem moet worden aangehaald. Welcome to the German future! Echte passie ziet er anders uit.

Fantasy

Waar is een wereldwijd bloeiend genre als dat van de fantasy in de Duitse film? Het bestaat niet, ondanks een Duitse fantasy- en horrortraditie, die er net als de schat van de Nibelungen louter op wacht om gedolven te worden. De zelfverkozen ernst van de hedendaagse Duitse film is in tegenspraak met het verlangen naar spektakel, bulderend gelach en shockerende beelden – allemaal wezenskenmerken van de film.

Het kwade gekrijs van de filmische vertelling, van de creatief-explosieve doodsdrift, wordt eveneens genegeerd, ook al heeft die telkens weer tot heerlijk 'slechte' films geleid.

De klassieke Duitse amusementsfilm werd van oudsher gekenmerkt door een provocerende onbevangenheid. De leugens van de oude 'Heimatkino' waren geraffineerd en naïef tegelijkertijd. Maar sinds 1990 is deze naïveteit grotendeels verdwenen.

Diep in het onderbewustzijn van de branche wordt misschien deze sinds de val van de Muur té strak georganiseerde stellingname tegenover een alle perken te buiten gaande fantasie als het eigenlijke probleem onderkend.

Zelfbedrog

In Schlafkrankheit, een ander product van dit filmjaar zwerft de door de slaapziekte getroffen hoofpersoon van regisseur Ulrich Köhler door het nieuwe Afrika. Hij vindt daar de oorspronkelijke 'horror' terug van de dwaze kolonel Kurtz uit de roman Heart of Darkness van Joseph Conrad – maar dan helemaal anders. De film becommentarieert stilzwijgend de wereldwijde politieke correctheid en mondt uit in een diepe vervreemding, een destructieve eenzaamheid.

Wellicht is precies in deze zin al onze betekenisvolle en thematische filmerij op zijn beurt ook weer een leugen. Het is het zelfbedrog van een samenleving en haar kunstenaars, die een al tot vervelens toe aangepast land in één keer willen overplaatsen naar het nieuwe, mondiale 'goede' – inclusief vrouwenquota, rookverboden en maatschappelijk relevante films. Dan waren de leugens van de Duitse Heimatfilm uit de jaren vijftig toch eerlijker.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp