De aanstaande reorganisatie bij PSA [Peugeot-Citroën], de grootste Franse autofabrikant, is “alles behalve toeval”, aldus de kop boven het hoofdartikel in Le Figaro. Peugeot-Citroën kondigde gisteren aan dat er in Frankrijk 8.000 banen worden geschrapt en dat de fabriek in Aulnay-sous-Bois, vlakbij Parijs, dichtgaat. Het conservatieve dagblad is van mening dat dit een “geduchte vuurdoop” is voor de Franse socialistische regering en analyseert de oorzaken van dit “maatschappelijke drama”:
Waar heeft deze autofabrikant van te lijden? Allereerst van het feit dat hij te Europees en vooral ook te Frans is. Daarin zit nu ook juist de tegenstrijdigheid: PSA, dat als voorbeeld diende omdat het bijna de helft van zijn productie in Frankrijk hield, in tegenstelling tot de Renault Groep, die wist te overleven dankzij de goedkoop in Roemenië of Marokko geproduceerde modellen, heeft nu te lijden onder de kwalen die onze industrie systematisch ondermijnen.
Het linkse dagbladLibération benadrukt op zijn beurt de rol die Europa in dit “fiasco” heeft gespeeld:
Europa is deels verantwoordelijk voor dit Franse debakel. Met de vrijhandelsdoctrine heeft ze de markt opengesteld voor de Koreanen [autofabrikanten]****. Die hebben daar volop van geprofiteerd, terwijl de cijfers van Europese verkopen in Korea geheim blijven [...]****. Europa heeft bovendien geholpen met de financiering van de nieuwe fabrieken die in Oost-Europa zijn opgezet, als gevolg waarvan Franse fabrieken in moeilijkheden zijn geraakt. Toch begint er enige bewustwording te ontstaan. Eén van de aanbevelingen in het Europese rapport Cars 21, dat in juni werd gepubliceerd, is dat het openstellen van markten strikt wederzijds moet worden, om te zorgen “dat we een krachtige industriële basis houden”.