Het Hongaarse Nationale Theater, Boedapest.

Boedapest is een culturele woestijn

De Fidesz-regering heeft het ooit zo bloeiende culturele klimaat van Hongarije verwoest, en creatieve zowel als politieke debatten zijn verdrongen door nationalistische waarden. Een Hongaarse journaliste bericht over het onophoudelijke verval van haar land.

Gepubliceerd op 29 maart 2013 om 15:49
vi4kin  | Het Hongaarse Nationale Theater, Boedapest.

Wie zijn land verlaat, wisselt zijn ziel in, zegt men in Hongarije. Toch heeft zich de afgelopen tweeëneenhalf jaar een half miljoen Hongaren over de hele wereld verspreid. Dat zijn twee maal zo veel mensen als na het neerslaan van de Hongaarse opstand in 1956, en ook heel veel mensen voor een land, dat maar tien miljoen inwoners telt. Ook ik heb besloten niet langer te blijven. Daarvoor zijn genoeg redenen op te noemen: geld, toekomstverwachtingen, en vooral het gevoel in het tegenwoordige Hongarije te zullen stikken.

Ik behoor tot een generatie die na 1990 jong genoeg was om te kunnen voelen dat de sfeer uit de jaren van mijn jeugd en mijn schooltijd was veranderd. Als je eenmaal in het leven hebt ervaren wat het is om een mening te kunnen hebben en die vrijelijk te mogen uiten, dan wil je dat niet meer afleren. Het leven in Hongarije was nooit rooskleurig of licht, het is niet slechts een land met een geschiedenis van een jaar of vijftig.

Alternatieve cultuur beleefde een bloeitijd

Rondom de millenniumwisseling beleefde de alternatieve cultuur in Hongarije een bloeitijd. In Boedapest stond zo'n beetje in iedere straat een filmhuis, vrijwel iedere maand kwam er een nieuwe Hongaarse film uit, en een nieuwe golf van jonge filmmakers was voortdurend aan het werk. 's Avonds zat je met vrienden op het Liszt-Ferenc-plein aan de Andrássy-straat in de open lucht, in een café aan de Nagymezö-straat (het “Broadway” van Boedapest, waar de theaters zijn), of in de ruïnekroegjes, en praatte je over wat je net had gezien of gelezen. Op de televisie werden cultuurprogramma's uitgezonden, en er werd evenwichtig over politiek gediscussieerd.
Je vertegenwoordigde iets, en je geloofde ergens in: in jezelf, in een toekomst. Wenen of Berlijn mochten dan schoner en rijker zijn, Boedapest zou ook zo worden. Het ging langzamer, de stadsontwikkelingsprogramma's, de infrastructurele aanpassingen, alles was trager. Dat had toen nog zijn charme, want de richting klopte in ieder geval: Boedapest zou een bonte, levendige, welvarende, tolerante, kortom 'normale' metropool worden.

Beleid Fidesz remt alles wat vernieuwend is

Sinds een jaar of twee, drie is daar niets meer van over: geen hoop, geen charme, geen illusies. De politiek van de Fidesz-partij is nu alomtegenwoordig in het leven van iedereen. Deze politiek remt alles af wat vernieuwend, vrij, alternatief en kritisch was. Ze heeft de alternatieve theaterwereld laten doodbloeden, door de afgelopen drie jaar geen subsidie meer te geven. Inmiddels zijn we in het derde jaar aangeland, waarin geen Hongaarse films meer worden geproduceerd, en dit is het eerste jaar zonder Hongaarse filmweek – wat had er ook vertoond moeten worden?
Op de bestuursposten van het staatstheater zitten de partijsoldaten van Viktor Orbán, zij hebben het voor het zeggen, zij bepalen wat men onder cultuur verstaat. Radicale amateurs zijn voormannen geworden.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Weekendverblijven van rijken worden beschermd

De cultuur is dan misschien maar één ding, mij als cultureel journalist heeft dit alles bijzonder zwaar getroffen. Mijn werk is onmogelijk gemaakt. Er is bij de publieke omroep geen cultuurredactie meer. Duizenden televisiejournalisten zijn op straat beland, omdat de culturele programma's zijn geschrapt, de politieke uitzendingen alleen nog partijtrouw mogen uitstralen en in het nieuws propaganda moet worden bedreven: er is nog maar één waarheid.
Alles moet in Hongarije een nationaal karakter hebben: het denken, het theater, de kunst – je zou zelfs kunnen zeggen: het ademen. In naam van de nieuwe orde worden scholen en universiteiten kapotgemaakt. In strijd met zijn verkiezingsbelofte wil Fidesz collegegeld invoeren – wie gratis studeert, moet een contract ondertekenen, waarin hij of zij belooft het land na zijn studie drie tot zes jaar niet te zullen verlaten. Als de studenten protesteren, wordt de politie op hun woningen afgestuurd.

Ik kijk éénmaal per week in de kranten en tijdschriften. Daar kun je de jongste roversplannen lezen, zoals het voornemen om te gaan bouwen aan de oevers van de Romai, de als enige bewaard gebleven natuurlijke, met populieren begroeide Donau-arm in Boedapest. Daar moet een dam worden aangelegd, om de zonder vergunning gebouwde weekendverblijven van de rijken te beschermen, maar niet de torenflat, die ieder jaar weer met zijn voeten in het water staat. De burgemeester steunt het project. Ook elders steunen burgemeesters projecten, in kleine stadjes en op het platteland laten ze de wegen met gemeenschapsgeld asfalteren tot aan de eigen garagedeur.

Machthebbers en onderdrukkers worden geholpen

In welke richting dit allemaal gaat, kan worden afgelezen uit de laatste grondwetswijziging die het parlement vorige week heeft goedgekeurd. Talrijke artikelen, die ooit wegens strijdigheid met de grondwet waren geschrapt, zijn nu weer terug, zoals het strafbaar stellen van daklozen, of het kader waarbinnen personen uit het openbare leven mogen worden bekritiseerd. Bovendien mag het constitutioneel gerechtshof de grondwet niet meer of alleen nog op bepaalde voorwaarden controleren.
Door het zwijgen worden de machthebbers en de onderdrukkers alleen maar verder geholpen, en de onderdrukten niet. Dat voel je in Hongarije overal. Gedeprimeerde gezichten in het openbaar vervoer, lege winkels en restaurants.

Meer parkeerwachten dan auto’s

Alles wordt bestraft en beboet, ‘Ordnung muss sein’, en de staatskas wordt gevuld; intussen zijn er meer parkeerwachten dan auto's. De Roma mogen in het openbaar als dieren worden aangemerkt, en de journalist die zoiets schrijft, hoeft zich niet eens te verontschuldigen, omdat veel 'verlichte' Hongaren blij zijn dat hij dat zegt.
Ik had, voordat ik besloot te vertrekken, al het gevoel dat alles bergafwaarts ging en niemand iets ondernam om deze gang van zaken een halt toe te roepen. Uit de laatste opiniepeilingen blijkt dat het bergafwaarts zal blijven gaan. Veertig procent van de burgers zou weer op de egoïstische Führer Orbán en zijn partij stemmen, hoewel iedereen weet dat de keizer geen kleren aan heeft. Maar in een land, waarin zo velen geen kleren aan hebben, wordt dit een minister-president niet verweten – vooral niet, als je ervan kunt profiteren, of bang bent dat je je arbeidsplaats zult verliezen als je je mond opendoet.
Wie zijn land verlaat, wisselt zijn ziel in, luidt het spreekwoord. Maar ik ben Hongaarse en zal dat altijd blijven.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp