Kies een taal
Op 21 december hebben de Duitse en de Franse minister van Binnenlandse Zaken de Europese Commissie schriftelijk verzocht om de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Schengenruimteuit te stellen. De redenen die Berlijn en Parijs aanvoeren houden verband met de veiligheid: de tot nu toe aangehouden datum van maart 2011 is naar hun mening "voorbarig", aangezien de twee kandidaatlanden voor de zone waarbinnen het vrije verkeer van personen gewaarborgd is, nog "onomkeerbare vooruitgang" moeten boeken in hun strijd tegen corruptie en de georganiseerde misdaad.
In Bulgarije en Roemenië is het Frans-Duitse veto met verbazing en teleurstelling ontvangen. Zo kopt het Bulgaarse dagblad Dnevnik: "Frankrijk en Duitsland weren Bulgarije uit Schengen". "Sinds gisteren is duidelijk geworden dat ook Duitsland vindt dat ons land er niet klaar voor is", schrijft de krant, die het "verrassend" noemt dat Berlijn zich bij het Franse standpunt heeft aangesloten.
Dnevnik citeert het Bulgaarse ministerie van Buitenlandse Zaken, dat stelt: "Wij moeten ons, ook wat het rechtssysteem betreft, nog meer inspannen om de twijfels van sommige van onze partners weg te nemen." De krant wijst er nog eens op dat de 27 EU-lidstaten unaniem hun goedkeuring moeten hechten aan een eventuele toetreding tot de gemeenschappelijke ruimte. De Roemeense regering van haar kant hekelt de "discriminerende" houding tegenover de twee landen, terwijl de pers, te beginnen met de Roemeense krant Gândul, zich afvraagt "waarom Frankrijk en Duitsland niet willen dat wij deel uitmaken van Schengen".
"In plaats van verontwaardigd te zijn over hun weigering om ons toe te laten, zouden wij ons beter kunnen afvragen waarom deze twee landen ons hebben laten toetreden tot de EU" in 2007, aldus de krant uit Boekarest, die vindt dat "er destijds niet minder corruptie was en dat die situatie niet van de ene op de andere dag kan worden opgelost". Gândul constateert dat "de werkelijke verklaring is dat de politieke en economische belangen van de grote landen niet langer overeenkomen met die van Roemenië", en wijst de Roemeense diplomatie aan als hoofdschuldige voor deze "mislukking".
