Nieuws Euromythes (5/10)

“De EU breidt almaar uit”

De EU telt al zevenentwintig leden en meer kandidaat-lidstaten staan voor de deur. Gaat het maar door zoals vaak beweerd wordt, en ondermijnt dit niet de grondbeginselen van de EU? De Groene Amsterdammer tracht antwoord te geven.

Gepubliceerd op 27 juli 2012 om 11:15

**De metafoor van de voortdenderende trein zonder rem. Het angstbeeld van een Europese Unie met niet alleen Turkije, maar ook Oekraïne, Georgië en Verweggistan als lidstaat. Onbestuurbaar geworden, verwaterd door verschillen in cultuur en economische ontwikkeling.

Die angst wordt gevoed door het feit dat er nou eenmaal geen harde oostgrens is, en dat uitbreiding de core business van de Unie lijkt. Vrede, veiligheid en stabiliteit door integratie. Na 1989 moest en zou de uitbreiding met twaalf lidstaten gebeuren, ook al wist iedereen dat bepaalde kandidaat-lidstaten er nog niet klaar voor waren.

Volgens sommigen is daarmee een station gepasseerd. Niet alleen omdat het de facto bevestigde dat uitbreiding puur politiek is, maar ook omdat het karakter van de Unie er zodanig door veranderde dat nóg meer landen inmiddels eigenlijk niet zo veel meer uitmaakt.

En inderdaad: er zijn nog vier kandidaat-lidstaten waarmee officieel gesproken wordt (Kroatië, Macedonië, Montenegro en Servië) en nog twee andere Balkan-landen die in aanmerking komen (Albanië en Bosnië-Herzegovina, als het niet uiteenvalt). Die landen liggen praktisch in het hart van Europa. ‘Bovendien’, zegt de Belgische politicoloog Hendrik Vos, ‘als landen uiteindelijk hun huiswerk doen, wat wij jaren geleden van ze gevraagd hebben, dan kun je moeilijk zeggen: blijf toch nog maar even buiten staan.’

Nieuwsbrief in het Nederlands

Er wordt vaak over gesteggeld of de grens bepaald wordt door geografie, democratie, politici of de kiezers. Het antwoord is: door allemaal. En daarom is het idee dat de Unie almaar verder uitdijt ook niet juist.**

Elk nationaal parlement heeft vetorecht

**Om te beginnen geografie. Er is misschien geen oostgrens, maar wel een duidelijke zuidgrens. Bij democratie wordt altijd gerefereerd aan de zogeheten Kopenhagen-criteria, de toetredingseisen als rechtsstaat, eerlijke verkiezingen, respect voor mensenrechten en zoiets vaags als ‘waardengemeenschap’. Volgens eurofielen verwelkomt Europa de landen die bereid zijn die waarden te omarmen. Maar zelfs volgens Josef Janning, director of Studies bij het European Policy Center en voorstander van uitbreiding, betekent het ook dat bijvoorbeeld Rusland en Turkije nooit zullen toetreden. ‘Omdat ze zichzelf als speciaal zien en niet willen functioneren onder andermans regels.’

En dan de politici. ‘Je moet kijken waar de bestuurbaarheid stopt, met hoeveel landen je samen wetten kunt maken’, zegt Vos, die twee boeken schreef over besluitvorming in de EU. Die grens lijkt bereikt. Daar komt nog bij dat elk nationaal parlement vetorecht heeft. Daarmee is de publieke opinie uiteindelijk de ultieme rem op uitbreiding. En in veel landen ondersteunt het publiek het grotere Europa niet langer. De tijd dat de toetreding kon worden afgekocht met economische groei is voorbij.**

Lees hier Euro-mythe deel 4, “De EU kost ons miljarden”

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp