Het kapitalistische varken is terug in Riga. Vanaf een poster tegenover het Letse parlement kijkt het roze, dikke beest uit over de grootste boulevard van de hoofdstad, een koffertje vol arbeidersgeld gierig tussen zijn poten geklemd. Ernaast warmen werkloze mannen met bivakmutsen en dikke jassen zich rond een vuurtje. Nog geen twee jaar geleden zou een dergelijk vertoon van antikapitalistische, communistisch aandoende clichés niet mogelijk zijn geweest. Nadat Letland bijna twee decennia geleden het Sovjetjuk afwierp kende het land een ongekende economische bloei. Maar dat feest is nu voorbij.
Letten zoals de 33 jaar oude Gints Berneckis zijn hun vertrouwen in het Westerse economische model kwijt. Net als duizenden anderen in Letland, waar de werkloosheid inmiddels is opgelopen tot 23%, werd hij vorig jaar boventallig verklaard en verloor zijn baan als computerverkoper. "Ja, de kapitalistische varkens zijn terug en gaan ervandoor met ons geld dat de regering ze geeft", schampert hij. Hij kampeert samen met mededemonstranten in een klein tentendorp voor het nationale parlement. Sinds begin dit jaar trotseren ze daar één van de strengste winters die Letland in de afgelopen tientallen jaren meemaakt. "Op alles wordt bezuinigd. Sociale zekerheid, onderwijs, AOW - en iedereen vertrekt", vertelt hij.
In 2012 moet het begrotingstekort zijn teruggebracht van 12% naar 3%
Berneckis maakt deel uit van het groeiende aantal Letten dat protesteert tegen de manier waarop de regering de ernstige economische crisis te lijf gaat, die volgens velen nog veel erger is dan die in Griekenland. De crisis kende zijn hoogtepunt in 2008 toen de regering gedwongen was Letlands tweede grootste bank over te nemen om te voorkomen dat die zou omvallen. Sindsdien verkeert het land steeds op het randje van faillissement. Als voorproefje van wat Griekenland wellicht te wachten staat, vroeg Letland om een overlevingspakket van het IMF en de EU van € 7,5 miljard en kreeg die ook. Maar de voorwaarden die er aan het IMF-pakket worden gesteld, verplichten Riga een enorme reeks draconische maatregelen te nemen waarmee het begrotingstekort van 12 procent van het BBP in 2012 moet zijn teruggebracht naar 3 procent. Harde bezuinigingsmaatregelen en belastingverhogingen zijn aan de orde van de dag.
Tussen 2005 en 2008 verdubbelden de Letse salarissen en het aantal leningen nam ieder jaar met zo'n 60% toe. Beide ontwikkelingen gaven de aanzet voor een gigantische economische zeepbel die het land de reputatie van "Baltische Tijger" bezorgde. In 2008 knapte de zeepbel. De prijzen van onroerend goed zakten in en van de consumentenuitgaven bleef weinig over. De enorme investeringen in bouwprojecten droogden op en het werkloosheidscijfer steeg tot voor EU-landen ongekende hoogte. Letlands economie kromp in het afgelopen kwartaal met bijna 17% nadat de verkopen in de detailhandel met een derde daalden. Toch houdt de regering vast aan zijn plannen de euro in 2014 in te voeren. "We hebben het aan het IMF en de EU te danken dat Letland nog niet volledig bankroet is", zegt Jens Fischer, politiek en economisch analist uit Riga. "Maar het is hier niet als in Griekenland, de mensen hebben in het Sovjettijdperk nog wel ergere dingen meegemaakt en klagen niet."
Vijf kabinetsleden stapten op uit onenigheid over bezuinigingen
Het wemelt van de bedelaars in het zorgvuldig gerestaureerde 14e-eeuwse stadscentrum van Riga en de meeste van de hippe Westerse winkels en modezaken die vanaf de helf van het decennium werden geopend, zijn leeg. In een poging om feesttoeristen naar Riga te trekken, heeft de regering een wet aangenomen waarmee een lager BTW voor hotels gaat gelden. Het probleem is dat deze wet de voorwaarden van het IMF-reddingspakket dreigt te ondermijnen. De povere staat van de economie heeft ook de eerste serieuze verwondingen toegebracht aan de regering. In maart moest premier Valdis Dombroyskis op zoek naar nieuwe politieke partners nadat zijn coalitie omviel toen vijf kabinetsleden van de invloedrijke Volkspartij opstapten. Nu leidt hij een minderheidsregering. De parlementsleden vertrokken omdat Dombroyskis weigerde maatregelen te tekenen die de pijn van de crisis zouden moeten verzachten door het uitstellen van belastingverhogingen en het terugbrengen van het aantal ministeries. In aanloop naar de algemene verkiezingen van dit jaar bestempelt Dombroyskis hun vertrek als een "directe en onmiskenbare poging de regering ten val te brengen."
De politieke beroering was voor sommige waarnemers een aanleiding om Letland te waarschuwen dat het land nu een periode van incompetente leiding tegemoet gaat die investeerders kan afschrikken. "Politieke onzekerheid kan het vertrouwen in de Letse economie verstoren en de financiële markt opnieuw onder druk zetten", zegt Violete Klyvenie, een van de belangrijkste analisten van de economie van de Baltische staten. De meeste analisten denken echter dat de strikte IMF-voorwaarden de zwaar op de proef gestelde regering van het land geen andere keus laten dan op de ingeslagen weg door te gaan. "Het is voor een land geen pretje onder toezicht van het IMF te staan", zei Dombroyskis onlangs, waarbij hij met een schuin oog naar Griekenland keek, "maar als een land het zover heeft laten komen dat het een laatste redmiddel nodig heeft, dan mag het ook niet te prettig zijn".