Deze week is de extreemrechtse Liga Noord weer eens volop in het nieuws in Italië. Deze keer wegens zijn omstreden voorstel om aankomende leraren te onderwerpen aan een “dialect-test” om te controleren of ze de lokale taal machtig zijn die in de betreffende regio wordt gesproken. Het idee is deels met hoongelach, deels met woede ontvangen. Het is sindsdien gedeeltelijk ingetrokken maar doet nog steeds veel stof opwaaien.
In antwoord op het voorstel heeft de Italiaanse krant La Repubblica een inventarisatie gemaakt van de 6.000 dialecten die Italië rijk is. Volgens een onderzoek van instituut Istatis “het exclusieve gebruik van dialecten inmiddels aanzienlijk afgenomen. In tegenstelling tot 32% van de bevolking 1988, sprak in 2006 nog slechts 16% exclusief een dialect, een afname van 50%”, ondanks de pogingen van ministers van de Liga Noord om dialecten nieuw leven in te blazen in de regio “Padania”, de naam die de partij heeft voorgesteld als benaming voor een autonoom Noord-Italië. Dario Fo, toneelschrijver en Nobelprijswinnaar, noemt het voorstel van de Liga Noord “onzin”. Volgens hem gebruikt de Liga Noord de dialecten als excuus voor een lokaal preferentiebeleid met als doel Zuid-Italiaanse leraren te weren, in plaats van raciale excuses. Een lokaal preferentiebeleid dus.