"We verkopen niet en we zijn ook niet te koop." Een medewerker van de Griekse publieke energiemaatschappij coördineert het ophangen van een spandoek tegenover het ministerie van Financiën in Athene.

Papandreou vecht tegen eigen linkse familie

Als onderdeel van zijn pakket bezuinigingsmaatregelen, waarover in juni is gestemd, is de Griekse premier Papandreou van plan staatsbedrijven te verkopen, zoals het nationale elektriciteitsbedrijf. Maar op een manier die symptomatisch is voor de verstrengeling van allerlei krachten in zijn land, wordt hij geconfronteerd met de vijandigheid van een vakbond die zijn eigen partij heeft helpen oprichten.

Gepubliceerd op 19 juli 2011 om 15:20
"We verkopen niet en we zijn ook niet te koop." Een medewerker van de Griekse publieke energiemaatschappij coördineert het ophangen van een spandoek tegenover het ministerie van Financiën in Athene.

Op een recente ochtend in zijn kantoor zittend, onder foto's van Marx, Lenin en Che Guevara, pakt Nikos Fotopoulos, de leider van de sterkste vakbond van Griekenland, een vers gedrukte flyer van een stapeltje. “We zijn klaar voor nieuwe gevechten”, staat erop.

"En dat zijn we ook”, zegt Fotopoulos, terwijl hij nipt aan een energiedrankje, met een espresso er achteraan. “We zullen de straatprotesten voortzetten, omdat er nog openstaande rekeningen zijn met de regering en de trojka”, verwijzend naar de drie buitenlandse crediteuren van Griekenland: het Internationale Monetaire Fonds, de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie.

Vorige maand wist premier Giorgios Papandreou ternauwernood een nieuw pakket bezuinigingsmaatregelen door het parlement te loodsen, waaronder plannen om voor 71 miljard dollar aan staatsbezittingen te verkopen. Een stap waarvan economen en de trojka zeggen dat hij cruciaal is voor het gezond maken van de opgeblazen publieke sector van Griekenland.

Hevig verzet tegen privatisering staatsbezit

Maar of Papandreou in staat zal zijn het plan uit te voeren zal voor een groot deel afhangen van mensen als Fotopoulos. Zijn vakbond, Genop, vertegenwoordigt de werknemers van het publieke elektriciteitsbedrijf, dat gezamenlijk bezit is van de regering en particuliere beleggers.

Nieuwsbrief in het Nederlands

De vakbond verzet zich hevig tegen het privatiseren van staatsbezit en staat bekend om zijn agressieve protesten, waaronder stakingen bij het openbaar elektriciteitsbedrijf die tot stroomuitval hebben geleid en Griekenland de afgelopen weken 42 tot 57 miljoen dollar hebben gekost, aldus schattingen van het bedrijf.

Genop vertegenwoordigt een bijzonder stekelig probleem voor Papandreou. Het is een creatie van de regerende Socialistische Partij, die in de loop der jaren het systeem van 'banen-voor-stemmen' heeft helpen opbouwen dat de premier nu moet ontmantelen. Om de hervormingen te kunnen doorvoeren, zal Papandreou het hart van zijn eigen partij moeten raken – en het staat nog te bezien of hij dat aandurft.

Persoonlijke strijd voor Papandreou

De strijd met de werknemers van het elektriciteitsbedrijf en hun vakbond is zelfs nog persoonlijker voor Papandreou. In 2007 steunde Fotopoulos Papandreou als leider van de Socialistische Partij. Aan zijn bureau gezeten wijst Fotopoulos op foto's waarop Papandreou het kantoor van het elektriciteitsbedrijf bezoekt met vakbondsmedwerkers. Daarnaast hangt een foto van George Papaconstantinou, nu de Griekse minister voor Energie en Milieuzaken – die onder meer verantwoordelijk is voor de verkoop van het overheidsbelang in het elektriciteitsbedrijf.

De regering bezit 51 procent van het elektriciteitsbedrijf en controleert de Raad van Bestuur. De staat heeft de andere 49 procent in 2000 bij een gedeeltelijke privatisering verkocht. Fotopoulos (49), een gezette man met een baard en een ijzeren handdruk, zegt dat de vakbond Papandreou in 2007 als leider van de Socialistische Partij heeft gesteund, omdat hij “meer benaderbaar, warmer en gezelliger leek dan de andere kandidaten, en zich bezorgder toonde over onze problemen”.

“We respecteren hem nog steeds als politicus en als persoon”, zegt hij, “maar we geloven dat dit een barbaars beleid is dat ingaat tegen de belangen van het Griekse volk.”

Verkoop staatsbedrijven impopulair onder Grieken

Voor veel analisten zijn de nauwe banden tussen de Socialistische Partij en de vakbond een voorbode van de problemen waarop de regering waarschijnlijk zal stuiten bij de verkoop van de rest van het elektriciteitsbedrijf, die is voorzien voor 2012. Anders dan andere openbare nutsbedrijven in Griekenland is het elektriciteitsbedrijf winstgevend. Het bracht in 2010 een rendement op van 790 miljoen dollar, op een omzet van 8,2 miljard dollar. Maar analisten zijn bezorgd dat het toekomstige winstbeeld er somber uitziet door onzekerheden rond het toezicht en – het belangrijkst van alles – de macht van de vakbonden.

Voor veel mensen gaat het niet louter om de verkoop van belangen in staatsbedrijven, maar ook om de vraag hoe de publieke sector van Griekenland moet worden getransformeerd. “Het gaat niet om geld, het gaat om een cultuuromslag”, aldus Panagis Vourloumis, onder de vorige centrumrechtse regering topman van het Griekse telecommunicatiemonopolie OTE.

De verkoop van staatsbedrijven is zeer impopulair onder de Grieken, die bang zijn voor een uitverkoop van staatsbezittingen en Genop en de andere vakbonden steunen in hun protesten. Maar tegen de achtergrond van de toenemende kloof in Griekenland tussen werknemers uit de publieke en de particuliere sector beschouwen steeds meer Grieken vooral de werknemers van het elektriciteitsbedrijf als een overbetaalde, veel te veel beschermde kaste. Volgens Fotopoulos krijgen de 21.000 leden van Genop een gemiddeld nettosalaris van 1980 dollar per maand en ontvangen de 35.000 gepensioneerden een gemiddeld nettopensioen van 2122 dollar per maand – veel meer dan het Griekse gemiddelde.

"Vakbonden erger dan politici"

“De vakbonden zijn nog erger dan de politici”, zegt Theodoros Yiannopoulos, terwijl hij broodjes verkoopt uit een straatkarretje in de binnenstad van Athene. “Ze gingen naar vijfsterrenhotels in Europa en stuurden de rekening hierheen.”

Hij verwijst naar een recent rapport van de Griekse inspecteur van de openbare financiën, waaruit blijkt dat het elektriciteitsbedrijf de vakbond Genop sinds de jaren tachtig meer dan 32 miljoen dollar heeft betaald, grotendeels voor 'sociaal toerisme' of vakantiesubsidies – maar ook voor protestdemonstraties tegen het bedrijf zelf, een surreëel gegeven dat een goed beeld geeft van de ingewikkelde gevestigde belangen die voor Papandreou zo moeilijk te ontwarren blijken.

Fotopoulos noemt het rapport een 'smeercampagne' en zegt dat de subsidies deel uitmaakten van het contract dat tussen het bedrijf en de vakbond was overeengekomen. Anderen zeggen dat de strijd net zozeer politiek als economisch van aard is. “De grootste uitdaging voor politici is te geloven dat er nog steeds een toekomst is zonder de vakbonden”, zegt Takis Athanasopoulos, die onder de vorige regering als uitvoerend directeur van het elektriciteitsbedrijf een bittere strijd heeft uitgevochten met Genop.

Het telefonische interview werd op een gegeven moment onderbroken toen de lijn stilviel – door een stroomstoring als gevolg van een protest van Genop.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp