Een gasinstallatie bij Grijpskerk in de provincie Groningen.

Wie is er nog blij met de aardgasbel?

De gasbel in het noorden van het land levert de Nederlandse staat miljarden op. Maar door toenemende aardschokken en een gebrek aan langetermijninvesteringen komen de voordelen van de gasbel steeds meer ter discussie te staan.

Gepubliceerd op 25 februari 2013 om 12:06
Een gasinstallatie bij Grijpskerk in de provincie Groningen.

Eerst springt de kat van het bed. Huisdieren zijn alert op naderend onheil. Vervolgens gerommel dat eindigt in een ferme klap, die de ramen doet trillen en de muren laat schudden. Dat wordt weer een slapeloze nacht in alle dorpen in de gemeenten Loppersum en Slochteren, en soms zelfs in de buitenwijken van de stad Groningen.

Scheuren in muren, deuren die klemmen, een dakpan die naar beneden komt; de schade is vervelend maar het is nog te overzien. Erger is de angst. Houdt dit weer op? Die kans lijkt klein, gezien het rapport van Staatstoezicht op de Mijnen dat minister Henk Kamp (economische zaken) eind vorige maand openbaar maakte: het aantal bevingen als gevolg van gaswinning uit het Groningerveld is de laatste jaren snel toegenomen, net als de kracht ervan. De bodem blijft naar verwachting nog meer dan vijftig jaar onrustig.

Het grootste aaneengesloten gasveld ter wereld

Kamp deed wat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (Nam) jarenlang naliet: erkennen dat de Groningse bodem daalt als gevolg van de gaswinning en dat dit gepaard gaat met lichte aardschokken. Reint Wobbes uit Huizinge, actief voor de Stichting Oude Groninger Kerken: "Kamp heeft het over preventieve maatregelen; ik zou niet weten hoe dat moet. Dit is een van de oudste cultuurgebieden in Europa. Hoe moet je huizen en andere gebouwen, eeuwenoude kerken, nu nog beschermen? Die maatregelen hadden ze eerder moeten nemen. Waarom moest een burgerinitiatief, de Groninger Bodem Beweging, hiertoe de aanzet geven, waarom heeft de overheid de burgers niet eerder in bescherming genomen?"

Kale akkers vol sneeuw, de omgeploegde klei wacht op het voorjaar. In het hoge land valt van de gaswinning amper wat te merken. Je ruikt het niet, je ziet het niet. De 'gasbel van Slochteren' werd aangeboord op 22 juli 1959, op het land van boer Boon bij Kolham. Maar de euforie ontstond pas enkele jaren later, toen duidelijk werd dat het het grootste aaneengesloten gasveld ter wereld was. Maar rijk werd de streek er niet van. De mijnwet uit 1810 bepaalt dat delfstoffen uit de bodem niet toekomen aan de eigenaar van de grond, maar aan de staat. En dat steekt. Soms.

Nieuwsbrief in het Nederlands

“Riant stelsel van sociale zekerheid”

Helemaal niet erg, vindt Herman de Jong, hoogleraar economische geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). "Ik moet er niet aan denken dat die mijnwet er niet was geweest. Dan had je nu allerlei gekke rijke Groningers gehad, en een kortstondig werkgelegenheidseffect. Terwijl nu een riant stelsel van sociale zekerheid is opgebouwd, en belangrijke investeringen in infrastructuur, zoals de Deltawerken.

"Van groter belang is dat we de economie inrichten voor als straks, over een jaar of dertig, de inkomsten uit gas stoppen. Nederland heeft nooit op de langetermijn gedacht, want we zouden toch overgaan op kernenergie. Het aardgasgeld is jarenlang gebruikt om gaten in de begroting te stoppen. Noorwegen heeft dat slimmer aangepakt, door de winst uit olie en gas in een staatsfonds te stoppen: met de rente worden uitgaven in onderwijs en infrastructuur gedaan."

Shell en Esso, die samen deelnemen in de Nam, hebben mooie inkomsten aan het Groningse gas, zegt De Jong. "Maar ook de overheid verdient er goed aan. Dankzij een slim contract lagen de royalties vanaf het begin al hoog." Het Groningerveld bracht al meer dan tweehonderd miljard euro in de staatskas. Met nog een jaar of twintig te gaan heeft Nederland er driekwart eeuw profijt van.

Groningen als energiehub

Maar de Groningers beginnen zich nu af te vragen wat ze de afgelopen vijftig jaar hebben gemerkt van het gas onder hun voeten, behalve een langzame daling van de bodem. De Partij voor het Noorden eist dat een kwart van de aardgasbaten wordt geïnvesteerd in het noorden.
Ook Jan Willem Velthuijsen, partner bij PwC en hoogleraar energie en geldstromen aan de RuG, vindt dat Nederland moet investeren in Groningen. Niet omdat het gas toevallig hier wordt gewonnen, maar omdat het noorden een grote rol kan spelen in de toekomstige energievoorziening. "Er zijn juist goede redenen om te investeren in Groningen als energiehub. De gasrotonde die we aan het aanleggen zijn is van groot belang voor de energievoorziening in Europa. We zijn aangesloten op de Duitse markt, die aan het verduurzamen is, dan zijn gascentrales gunstig. Goedkoop en schoon. De waterkrachtkabel vanuit Noorwegen is hier aangetakt en we krijgen hier Russisch gas binnen. De infrastructuur is fantastisch, met een perfect buizenstelsel en gasvelden die ideaal zijn voor het oppompen, maar ook voor de opslag van gas. We kunnen goedkoop Russisch gas opslaan en het laten stromen als de prijs stijgt. De kraan kan naar believen open of dicht, dat kan nergens zo gemakkelijk."

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp