Nieuws Duurzame energie
Een zonnecentrale in het Marrokaanse Aïn Ben Mathar.

Woestijnen Noord-Afrika jagen stroom aan

Duitsland en Zwitserland stoppen met kernenergie en bijna overal in Europa komt deze vorm van stroomopwekking ter discussie te staan. Dat is gunstig voor projecten die gericht zijn op duurzame energie. Een voorbeeld hiervan is het project dat het Duitse consortium Desertec in Noord-Afrika heeft opgestart.

Gepubliceerd op 8 juni 2011 om 15:24
ZDF Mediathek  | Een zonnecentrale in het Marrokaanse Aïn Ben Mathar.

Onder de bedrijven die de Arabische revoluties nauwlettend volgen, bevinden zich talrijke Duitse ondernemingen. In de zomer van 2009 hebben meerdere van deze ondernemingen – financiële concerns als de Deutsche Bank en bedrijven als E.ON, RWE of Siemens – het consortium Desertec opgericht, dat een bijzonder ambitieus energieproject heeft gelanceerd: de grootschalige exploitatie van wind- en zonne-energie in de woestijnen van Noord-Afrika om de betrokken landen, maar ook Europa, de benodigde stroom te leveren.

De cijfers die bij het opstarten van het project zijn genoemd, zijn gigantisch: in 2050 zou hiermee in de elektriciteitsbehoeften van het Nabije Oosten en Noord-Afrika en in 15 procent van het stroomverbruik van het oude continent moeten worden voorzien. De totale investeringskosten zouden ongeveer 400 miljard euro in veertig jaar bedragen.

Het consortium Desertec Industrial Initiative (DII), dat is gevestigd te München en zich tot taak heeft gesteld eind 2012 de technische, juridische en economische voorwaarden te hebben geschapen om deze ambitie te verwezenlijken, blijft echter voorzichtig. Voor de bestuurders van het consortium gaat het vooral niet om een groot project 'van 400 miljard', maar om de onderlinge verbinding van vele (ongeveer dertig) plaatselijke projecten. Zo is onlangs besloten dat de eerste zonnecentrale van 500 Megawatt in Marokko zal worden gebouwd.

Natuurlijk houdt sinds de Tunesische revolutie één vraag de gemoederen bezig: Komt Desertec, dat tijdens de dictatoriale regimes in Tunesië en Egypte het levenslicht zag, door de ‘Arabische lente’ ter discussie te staan? Paul van Son, de Nederlandse directeur van DII, denkt van niet. Op 4 maart heeft hij een verklaring uitgebracht waarnaar zijn team altijd verwijst als het over dit onderwerp gaat. Weliswaar "dreigt er door de huidige politieke veranderingen vertraging in de planning van de eerste installaties op te treden", maar Desertec zelf komt daardoor niet op losse schroeven te staan.

Nieuwsbrief in het Nederlands

De Groenen en Greenpeace werken samen met de energieconcerns

Integendeel. "In geen enkel scenario zal de missie van DII – de ontwikkeling op lange termijn van duurzame energie voor de lokale bevolking en voor export naar Europa – aan betekenis inboeten", stelt Van Son. "Tot 2050 zal de Noord-Afrikaanse bevolking zeer sterk groeien. De vraag naar energie zal toenemen en voor de jongeren zal er een dringende behoefte aan banen en economische perspectieven ontstaan. (...) Desertec, dat is ook nieuwe industrieën in Noord-Afrika en het Nabije Oosten ontwikkelen, arbeidsplaatsen creëren en kennis en technologie overdragen."

Voor het consortium is het een bemoedigend teken dat half april vier Tunesische ministers hun fiat hebben gegeven aan een haalbaarheidsonderzoek naar grote projecten op het gebied van wind- en zonne-energie. Op zijn beurt heeft Desertec een kantoor geopend in Tunis, met een voormalig bestuurder van Siemens aan het roer. Verder wordt de grote jaarlijkse conferentie van Desertec in november in Caïro gehouden, waaruit blijkt dat de Europeanen vertrouwen hebben in de actuele ontwikkelingen in Egypte.

Het wordt niet expliciet gezegd, maar het kan niet anders of twee recente gebeurtenissen vormen een steuntje in de rug voor Desertec: de financiële hulp die de G8 op 26 en 27 mei in Deauville hebben toegezegd aan de landen waar momenteel een proces van democratisering gaande is; en de sluiting van de kerncentrales in Duitsland, wat de behoefte aan duurzame energie slechts zal vergroten. Door de Fransen wordt Desertec genegeerd, behalve door Saint-Gobain, een van de concerns die zich bij de oprichters van het consortium heeft aangesloten. In Duitsland staat iedereen achter Desertec, dat laat zien hoezeer dit land bezig is een voorsprong te nemen op het vlak van schone energie.

Het komt niet vaak voor dat de Groenen en Greenpeace een project steunen waarin de energieconcerns E.ON en RWE een belangrijke rol spelen. Dat de Europese commissaris voor energie, Günther Oettinger, een Duitser is, betekent eveneens een positieve impuls voor het project.

Spanje

Windmolens hebben de wind mee

"Het Europese land waar windenergie het meest wordt toegepast is niet langer Duitsland maar Spanje", bericht de Italiaanse krantLa Stampa. Van de benodigde elektriciteit wordt nu 21 procent door windmolens geleverd, tegen 19 procent die door acht kerncentrales wordt geproduceerd. Bovendien "vormt duurzame energie met 32,3 procent de tweede energiebron van het land", aldus het dagblad uit Turijn. "De ruim 19.000 windmolenparken voorzien in de energiebehoefte van bijna 13 miljoen gezinnen", verklaart de voorzitter van de Asociación empresarial eólica, die toelicht dat Spanje in 2010 zelfs elektriciteit naar Frankrijk exporteerde en momenteel behoort tot de landen met de laagste kosten per megawattuur – 38 euro tegen 47,5 euro in Frankrijk. Het grote aantal windmolens is vooral te danken aan overheidssubsidies, hoewel die volgens La Stampa lager zijn dan in Duitsland (77 euro tegen 92 euro per megawattuur in 2010).

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp