Eurozone crisis

Een ‘latijnse’ euro of een Duitse redding

Gepubliceerd op 23 juli 2012 om 14:11

De financiële geloofwaardigheid van Spanje is zo goed als nul”, schrijft Ambrose Evans Pritchard in de Daily Telegraph.

De geloofwaardigheid op het gebied van de begroting is nul. De politieke geloofwaardigheid is nul. De nieuwe regering van Mariano Rajoy heeft in een paar maanden tijd de voordelen verkwanselt die de absolute meerderheid in het Spaanse parlement opleverde en is ook het vertrouwen van de Europese instellingen volledig kwijtgeraakt.

De journalist van de internationale zakenredactie van de Daily Telegraph windt er geen doekjes om. Hij geeft de schuld aan de “incompetente Europese elite” en haar “beleid van de verschroeide aarde, op monetair, fiscaal en toezichthoudend terrein”. Hij richt zijn pijlen in het bijzonder op de Europese Centrale Bank en betoogt:

Het is tijd dat Spanje en de ‘slachtofferstaten’ het initiatief grijpen. Zij kunnen Duitsland, Nederland, Finland en Oostenrijk niet dwingen de uitgifte van euro-obligaties, het delen van schulden en een begrotingsunie te accepteren, en zouden dat ook niet moeten proberen, omdat een dergelijke stap de ondermijning van hun eigen democratieën betekent.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Maar wat ze wél kunnen doen is hun meerderheid in de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank gebruiken om een verandering van het monetair beleid af te dwingen. Duitsland heeft twee van de 23 stemmen, en de aanhangers van de ‘harde lijn’ hebben er op z'n hoogst zeven of acht. Het ‘Grieks-Latijnse’ blok kan een beslissing afdwingen. Het zou een heel mooie oplossing zijn als Duitsland de monetaire unie uit protest verlaat.

De ‘Latijnse’ staten zouden de euro behouden – totdat de storm voorbij is – waardoor ze hun in euro’s gerekende schuldverplichtingen zouden kunnen nakomen. Ze zouden minder risico lopen failliet te gaan, omdat hun groei een impuls zou krijgen door de monetaire impuls en door de verzwakking van de ‘Latijnse’ euro ten opzichte van de Chinese yuan, de D-mark en de gulden.

Deze optie is niet in het belang van Duitsland, aldus de hoofdeconoom van het Duitse zakenblad Handelsblatt. In een artikel met de kop “Als een tweede hereniging” raadt hij de critici van het steunbeleid van de Duitse regering aan de jongste rapporten te lezen van de Duitse Raad van Economische Deskundigen en kredietbeoordelaar Moody’s.

Daaruit blijkt onweerlegbaar dat het einde van de euro voor Duitsland veel duurder zou kunnen uitvallen dan velen denken.

De deskundigen van de Raad schatten het bedrag aan kredieten dat Duitsland aan zijn europartners heeft verstrekt op 2,8 biljoen euro. In geval van het uiteenvallen van de eenheidsmunt verwachten ze een ‘onzekerheidsschok’ die de economie met 5 procent zou vertragen, plus een inzinking van de export op langere termijn als gevolg van de opwaardering van de nieuwe D-mark met zo’n 30 procent of meer.

De schatting van Moody’s is lager – zo'n 1,9 biljoen euro, de prijs van de Duitse hereniging. Toch trekt het Handelsblatt de conclusie dat de regering in Berlijn niets anders kan doen dan aandringen op voltooiing van de monetaire unie: De regering moet eerlijk uitleggen -

[de regering moet eerlijk uitleggen] hoeveel iedere uitweg uit de eurocrisis kost in vergelijking met een vertrek uit de euro. Zij zou de burgers moeten uitleggen dat solidariteit met onze partners een noodzaak is. In ruil daarvoor zouden we de kans krijgen een concurrerend Europa op te bouwen, dat in grote mate aansluit bij onze ideeën.

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp