Ondanks de eindeloze nachten, de marathononderhandelingen, het komen en gaan van wetgevingsamendementen, de race om de steuntranche [uit het buitenland van 31,5 miljard euro] en de bezuinigingen waar geen einde aan komt, heeft Yannis Stournaras, de Griekse minister van Financiën, de makkelijkste opdracht van deze regering. De taak van iedere minister in een land dat het water tot aan de lippen komt, is ondankbaar en de besluiten die zij moeten nemen zijn pijnlijk. Maar in het kader waarin Stournaras opereert, is de conjunctuur op zijn minst van tevoren bekend. Een faillissement blijft een faillissement en ook blijft het niet mogelijk om elders geld te lenen.
De uitdaging waarvoor de andere ministers en staatssecretarissen, net als de leidinggevenden van het overheidsapparaat met uitzondering van het ministerie van Financiën, zich geplaatst zien, is daarentegen vele malen belangrijker.
Voorwaarden voor nieuwe inkomstenbronnen
Hun plicht stopt niet bij het managen van de huidige realiteit, maar impliceert het scheppen van een nieuwe realiteit. Het voortbestaan van het land in de ontwikkelde wereld hangt af van het vermogen van deze mensen om voorwaarden in het leven te roepen om nieuwe inkomstenbronnen aan te boren. En dat alles in een wereld zoals die eruitziet na het omvallen van Lehman Brothers en het dichtdraaien van de geldkranen, waardoor de Griekse economie sinds eind 2008 in een recessie is gedompeld.
Dit is een zeer lastige taak die veel ingewikkelder is dan het snijden in de uitgaven en het verhogen van de belastingen. Dit kunnen we zien aan de protesten, die eerder tegen de bezuinigingen dan tegen de hervormingen zijn gericht. Velen zullen zeggen dat het niet mogelijk is om de Griekse staat weer op te bouwen en om het ideale kader voor ontwikkeling te creëren wanneer de minister van Financiën zonder ophouden in de begrotingen blijft snijden.
De ervaring leert ons echter dat het probleem niet alleen economisch van aard is. Griekenland heeft het hoogste aantal artsen per patiënt en leraren per student van de hele westerse wereld. Maar zelfs vóór de crisis was het niveau van het onderwijs en de gezondheidszorg zo laag dat degenen die het zich konden veroorloven, hun toevlucht namen tot de particuliere sector. Maar de sociale uitgaven in het Griekenland van voor de crisis vielen binnen de Europese norm en het effect hiervan op de bestrijding van de armoede was gelijk aan dat in West-Europa.
Gebrekkige coördinatie tussen afdelingen
Bovendien legde Johannes Hahn, eurocommissaris voor regionale politiek, zondag uit dat ons land zijn doelstellingen voor het gebruik van de Europese fondsen niet heeft gehaald vanwege de zwakke overheid en de gebrekkige coördinatie tussen de verschillende afdelingen.
**In internationale onderzoeken naar het concurrentievermogen beklagen beleggers zich niet zozeer over de fiscale obstakels als wel over de ingewikkelde wetgeving. Er zijn nu weliswaar veel nieuwe faciliteiten in het leven geroepen, zoals “één loket” waar men terecht kan en versnelde procedures. Maar een vriend van mij kwam van een koude kermis thuis toen hij onlangs probeerde om in de Cycladen een bedrijf op te richten in de gezondheidssector. Hij moest drie keer de Egeïsche zee rond, werd twee maanden lang van het kastje naar de muur gestuurd en heeft uiteindelijk maar de handdoek in de ring geworpen.
Deze mislukking is bijna een taboeonderwerp, zowel in de regering als bij de oppositie. Hun radiostilte laat zien dat ons grootste probleem op dit moment niet het overheidstekort is, mijnheer Stournaras, maar een gebrek aan initiatieven voor de periode erna.**
Context
Twee jaar extra, maar voorlopig geen cent erbij
*Op 12 november heeft “Griekenland twee jaar extra” gekregen van de Eurogroep, [aldus To Ethnos*](http://www.ethnos.gr/article.asp?catid=22786&subid=2&pubid=). De ministers van Financiën van de eurozone zijn ermee akkoord gegaan om tot 2016 te wachten tot de Griekse begroting op orde is, in plaats van tot 2014. Zo zou de Griekse schuld binnen nu en 2022 (in plaats van 2020) kunnen afnemen tot 120% van het bbp.
De Europese partners in Athene en het Internationaal Monetair Fonds waren het echter niet eens over de uitbetaling van een nieuwe tranche noodhulp van 31,5 miljard euro. De Grieken hadden hier hun hoop op gevestigd na de goedkeuring van een nieuw bezuinigingsplan en een rigoureuze begroting 2013, maar dit wordt voorlopig uitgesteld. Het IMF is van mening dat Griekenland zonder extra maatregelen zijn tekort niet zo snel kan terugbrengen en dat diens redding daarom duurder zal uitpakken dan voorzien.
To Ethnos hoopt toch dat “de offers die het Griekse volk zich heeft getroost door de partners van Griekenland en de geldschieters worden erkend [...]. En natuurlijk dat de 31,5 miljard euro zo snel mogelijk wordt uitbetaald.”**