De benoeming op 6 februari van Mihai Răzvan Ungureanu tot minister-president is door de Roemenen met wantrouwen ontvangen. Zij zijn ervan overtuigd dat dit niets zal veranderen aan het bezuinigingsbeleid. Als president Traian Băsescu vervroegde verkiezingen had aangedurfd - er worden pas in november parlementsverkiezingen gehouden - zou hij wel iemand hebben benoemd die minder aanleiding geeft tot discussie. Met de benoeming van Ungureanu heeft hij "alles op één kaart gezet", meent România liberă.
Băsescu gokt op rechts. Immers, de geloofwaardigheid van de regering Boc is niet zozeer ondermijnd door bezuinigingsmaatregelen en sporadische demonstraties als wel door een permanent zwakke indruk en eindeloze compromissen. Het is echter hilarisch om de oppositie op televisie te horen verklaren dat 'we worden geregeerd door de Securitate'. Ze hebben geen flauw idee hoe de buitenlandse inlichtingendienst (SIE) functioneert en waar het hoofd van die dienst zich mee bezighoudt. Alles wat ze doen is hun eigen ervaringen als oudgedienden van de Securitate projecteren op de huidige situatie. In nauwe samenwerking met de CIA is de SIE echter met heel andere zaken bezig. Spionage draait niet om sexy vrouwen en flitsende sportwagens maar om een heldere taakomschrijving en de juiste uitvoering daarvan.
Jurnalul National ziet Ungureanu eerder als de “golden-boy” van de geheime dienst, wiens benoeming een einde moet maken aan “het steeds verder uiteenvallen van het land”.
De president droomt van een militaire junta naar Midden-Europees model, die een verarmde bevolking met angst onder de duim weet te houden. Want een regime dat door de geheime dienst overeind wordt gehouden is toch zeker een militaire junta? De president heeft willen laten zien dat hij aan het hoofd staat van een politiestaat om op die manier zowel zijn partners als zijn tegenstanders het zwijgen op te leggen.
Ook politicoloog Cristian Pârvulescu vraagt zich af of "een spion wel minister-president kan zijn". Hij schrijft in Adevărul:
Dat een spion die nog actief is een regering mag gaan leiden zegt veel over het niveau van de democratie in Roemenië. Hiermee komen we weer een stapje dichter bij een president met de grootst mogelijke macht. Dat Ungureanu in 1989 plaatsvervangend lid was van het Centraal comité van de Unie van jonge communisten maakt hem bovendien in moreel opzicht totaal ongeschikt voor deze functie. Hij behoort tot de nomenklatura. Zou de reinigingswet [voor de zuivering van overheidsinstanties van voormalige communistische kaderleden, red.] van kracht zijn geweest, dan zou hij nooit een overheidsfunctie hebben kunnen bekleden.
Deze bewering wordt tegengesproken door România liberă, waarin wordt benadrukt dat "hij nooit heeft gewerkt voor de Securitate", de geheime dienst van Ceaușescu:
Hij is als ambtenaar door de politiek aangesteld om leiding te geven aan een lastig instituut en die taak heeft hij naar eer en geweten vervuld. Vijf jaar nadat de toenmalige minister-president hem dwong af te treden als minister van Buitenlandse Zaken is het nogal ironisch dat hem nu wordt gevraagd een regering te vormen.
Los van alle polemiek vraagt het weekblad Revista 22 zich af of "dit hoofd van de SIE wel de oplossing is voor ons land".
Dat is niet erg waarschijnlijk. Welke boodschap geef je af als je in een verkiezingsjaar het hoofd van een geheime dienst benoemd tot regeringsleider? Hoe kan die de politieke puzzel van botsende belangen en corruptie binnen de partij [de liberaal-democratische PDL, die nu aan de macht is, red.] en op de verschillende ministeries oplossen? Hoe kan die de kopstukken van de PDL en de kwestie van de financiering van de verkiezingscampagne aanpakken en ervoor zorgen dat de verkiezingen eerlijk verlopen? We maken ons weinig illusies, want de erfenis van de regering Boc drukt zwaar op onze schouders.