Nieuws Duitse verkiezingen 2013

Niet-stemmen, een nieuwe hype?

Bij de Bondsdagverkiezingen van deze zondag wordt rekening gehouden met een recordaantal niet-stemmers. Naast de klassieke thuisblijver kent Duitsland nu een nieuw, elitair type, dat stemonthouding salonfähig heeft gemaakt, betreurt Der Spiegel.

Gepubliceerd op 20 september 2013 om 14:59

De centrale van de beweging bevindt zich in de Mittelstraße in Keulen en is slechts twintig vierkante meter groot, wit en kaal. Er liggen alleen maar een paar flyers. De vlag boven de ingang belooft echter iets groots, een keerpunt. “De slapende reus ontwaakt”. De slapende reus is de niet-stemmer, en Werner Peters, de voorzitter van de “partij der niet-stemmers” wil hem wakker maken. Peters is een intellectueel. Hij heeft boeken geschreven en verstuurt regelmatig uitnodigingen voor filosofische praatgroepen. Hij heeft zijn partij der niet-stemmers al vijftien jaar geleden opgericht, om op de zwakheden van de partijdemocratie te wijzen. Al die jaren heeft nauwelijks iemand notitie van hem genomen, en als dat wel gebeurde, dan toch minstens met lichte spot. Maar op zijn 72ste bespeurt hij dat er iets is veranderd in het land. “Ik merk dat mijn idee nu is doorgebroken”, zegt hij. “De tijd is rijp”*. De tijd die rijp is. De toon is een beetje die van een kleine sekte als de Jehovah-getuigen, maar het gaat om een groep die deze zondag wel eens echt als ‘reus’ uit de bus zou kunnen komen.

Teleurgesteld in lievelingspartij

[[Net als in 2009 zou het aantal niet-stemmers bij deze Bondsdagverkiezingen wel eens groter kunnen zijn dan het aantal kiezers van de succesvolste partij.]] Manfred Gülner, directeur van het Forsa-instituut voor Sociaal Onderzoek en Statistische Analyse, waarschuwt voor een recordaantal niet-stemmers. “We vrezen dat minder dan 70 procent van de kiesgerechtigden gaat stemmen”. Je zou de niet-stemmers dan de ‘echte’ overwinnaars [kunnen] noemen, als het niet tegelijkertijd een nederlaag voor de democratie zou zijn.

[Ooit was het] een zaak van eer om aan verkiezingen deel te nemen. Na de politiek-ethische verschrikkingen van de nazitijd wilden de Duitsers zich als voorbeeldige democraten presenteren – aan het buitenland, maar ook aan zichzelf. Zij wilden op z'n minst hun tweede kans benutten, nadat ze de eerste kans, van de Weimar-Republiek, op zulke tragische wijze hadden verspeeld.

Toch is de niet-stemmer ook in de Bondsrepubliek geen nieuw fenomeen. Na de eerste decennia na de oorlog, waarin de kiezers braaf kwamen opdagen, is de opkomst sluipenderwijs gedaald – naar 70,8 procent bij de Bondsdagverkiezingen van 2009. Tot nu toe bestonden de niet-stemmers vooral uit arme en minder goed opgeleide burgers, die toch al afscheid hadden genomen van het politieke discours, omdat zij “de heren daarboven” verantwoordelijk achtten voor hun lot. Daarnaast zijn er de voormalige trouwe kiezers, die diep teleurgesteld zijn in hun vroegere lievelingspartij, maar het niet over hun hart kunnen verkrijgen op een andere partij te stemmen. Zo zijn veel voormalige SPD-kiezers na de herziening van het partijprogramma niet meer gaan stemmen.

Nieuwsbrief in het Nederlands

Nieuwe niet-stemmers kennen geen schaamte

Intussen is er een derde groep bijgekomen, die een nieuwe dimensie verleent aan het niet-stemmen, vooral in kwalitatieve zin. Het gaat dan om goed opgeleide, dikwijls ook welgestelde niet-stemmers, de stemonthouders uit de betere kringen. De nieuwe niet-stemmers kennen geen schaamte, zij dragen hun stemonthouding nadrukkelijk uit. Slechts zeven procent van de in opdracht van de Bildzeitung door onderzoeksbureau Insa ondervraagde niet-stemmers zegt zich te moeten verdedigen tegen de kritiek van vrienden en familie. Zo is de minachting voor politiek en partijen doorgedrongen tot in de hogere regionen van de Duitse samenleving.

Ook voorzitter Norbert Lammert van de Bondsdag heeft het over een nieuw soort “hoogmoedige niet-stemmers”. Deze hoogmoedigen hebben geen uitkering en klagen ook niet dat politiek en samenleving hen de kans onthouden om zich hogerop te werken. Integendeel, het zijn filosofen die hun tijd voornamelijk in tv-studio's doorbrengen en hun overhemden helemaal open dragen.

[[De filosoof Peter Sloterdijk heeft onlangs in alle ernst gezegd dat hij niet eens weet wanneer er verkiezingen zijn]] “Tot nu toe was je politiek verstandig als je koos voor het mindere kwaad. Maar wat moet ik doen, als ik niet meer weet wat het mindere kwaad is?” vraagt Sloterdijk zich af. Daarmee onderbouwt hij zijn stemonthouding. Zijn collega Richard David Precht verklaart intussen dat het gaat om “de vermoedelijk onbelangrijkste verkiezingen uit de geschiedenis van de Bondsrepubliek”. Wat uit deze intellectuele overpeinzingen naar voren komt, is vrij vertaald niet veel anders dan: “Ze zijn allemaal dom. Behalve ik”.

Burgers stellen zich op als consumenten

De hoogmoedigen houden zich voor de betere democraten, beter in ieder geval dan de politieke partijen en hun o zo middelmatige personeel. De thema's van deze verkiezingsstrijd kunnen van hun kant slechts op een opgetrokken wenkbrauw rekenen. Zij willen het over de hele grote vragen hebben en betreuren het gebrek aan toekomstvisie. Precht spreekt van een “kinderlijke verkiezingsstrijd” en beklaagt zich over de “niet-filosofische politiek” en het “collectieve verlies van het vermogen om er utopische ideeën op na te houden”. Hij vindt dat de partijen veel te veel op elkaar lijken, er is eigenlijk alleen nog maar één enkele 'mega-partij', die “vóór het milieu en Europa, en vóór onderwijs, gezin, kinderen en gezondheid” is.

Het klopt dat we het tegenwoordig moeten doen zonder de grote ideologische strijd uit het verleden, wat ook wordt weerspiegeld in de programma's van de partijen. Het zou inderdaad wenselijk zijn, als de oppositie inzake centrale kwesties als die van de Europese toekomst of de ‘Energiewende’ met sterke alternatieven op de proppen zou komen. Natuurlijk zou het ook fijn zijn als bondskanselier Angela Merkel inhoudelijke discussies niet zo uitdrukkelijk uit de weg zou gaan. De democratie leeft van de ideeënstrijd, en die functioneert op zijn best naarmate de ideeën uiteenlopender en hun vertegenwoordigers puntiger zijn.

Maar rechtvaardigt het huidige gebrek aan polarisatie dat steeds meer burgers zich louter nog als consumenten opstellen, die graag iets van de politiek willen 'krijgen', zonder zich over de diverse politieke voorstellen te willen informeren? Het kan zijn dat Angela Merkel de burgers in slaap wil sussen. Maar moet men zich daarom in slaap láten sussen?

Stemonthouding

President roept burgers op te stemmen

”We willen jou!” kopt Die Welt Kompakt. Het dagblad roept kiezers op naar de stembus te gaan, voor de Duitse verkiezingen die over twee dagen plaatsvinden.
Het percentage stemonthouders zou wel een boven de 30% kunnen uitkomen, een record. De Duitse president Joachim Gauck heeft zich op 19 september op zijn websitetot de Duitse burgers gewend om hen eraan te herinneren dat “democratie niet iets is wat zomaar gebeurt. Het is iets wat gemaakt wordt: door ons”.

Het is de eerste keer in de geschiedenis van de Bondsrepubliek dat een president zijn medeburgers “naar de stembus duwt”, merkt het dagblad op

Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp