De tot recordhoogten gestegen Spaanse en Italiaanse risicopremie’s (in Spanje recentelijk opgelopen tot boven de 403 basispunten ten opzichte van de Duitse Bunds en boven de 380 punten gesloten) hebben in beide landen tot een noodsituatie geleid. Doordat financiële en aandelenmarkten voortdurend straffen blijven uitdelen, is het politieke alarm afgegaan. Regeringsleider José Luis Rodriguez Zapatero raadpleegde de oppositiepartijen om de mogelijke antwoorden op de ernstige verslechtering van de Spaanse solvabiliteit te bestuderen en de angst voor een eventuele reddingsoperatie van Spanje, die door Brussel is afgewezen, te bezweren.
De voortdurende marktaanvallen op de Spaanse en Italiaanse schulden voorspellen weinig goeds voor de eurozone, waarop invloeden van buitenaf praktisch vrij spel hebben omdat ze nog steeds niet over de nodige beleidsinstrumenten beschikt om speculatie tegen nationale schulden tegen te gaan.

In augustus zullen Spanje en Italië zwaar op de proef worden gesteld. Investeerders hebben geen rekening gehouden met de vervroegde verkiezingen, omdat die van ondergeschikt belang zijn vergeleken bij de hiervoor genoemde economische factoren en de kwijnende groeicapaciteit (het Spaanse bnp zal dit jaar hopelijk op 0,7 procent uitkomen), de stagnatie van de wereldeconomie (die voor de VS onontkoombaar is) en de rampzalige aanpak van de Europese crisis.
Kiezen tussen twee kwaden

De Spaanse regering moet kiezen tussen twee kwaden. Gaat de risicopremie niet omlaag, dan zal door de groeiende kosten die de schuld met zich meebrengt geen enkele ruimte meer overblijven voor overheidsbeleid. Herstel is al moeilijk met een spread die hoger is dan 100 basispunten; bij 400 is het onmogelijk om de economie weer op gang te brengen, werk te creëren en werkloosheid substantieel terug te dringen.

De kaarten zijn geschud. En gezien het mislukken van meer orthodoxe oplossingen moet naar nieuwe wegen worden gezocht, zoals vastberaden en onmiddellijk ingrijpen van de ECB (het overnemen van de Spaanse en Italiaanse schuld) en accepteren van een Europese schuld die de nationale schulden vervangt.
Eurocrisis
Geen onmiddellijke oplossing voorhanden
Geconfronteerd met het vooruitzicht van een economische besmetting van Spanje, Italië en Cyprus “versnellen de regeringen van de eurozone hun pogingen om het reddingsfonds van 440 miljard euro te versterken”, bericht *T*he Financial Times. Op 21 juli “zijn ze overeengekomen het Europees Financieel Stabiliteitsfonds (EFSF) de mogelijkheid te geven de obligaties van in problemen verkerende staten op de open markt op te kopen, om ze te voorzien van kredietlijnen voor de korte termijn en van geld om de noodlijdende banken aan nieuw kapitaal te helpen”. Nu de risicopremies op Spaanse en Italiaanse staatsobligaties omhooggaan, “zou het vermogen om Spaanse of Italiaanse staatsobligaties tegen bodemprijzen op te kopen één manier kunnen zijn om de markten te stabiliseren”.
“Maar Europese diplomaten en andere hoge functionarissen hebben erkend dat het weken – zo niet maanden – kan duren voordat de nieuwe bevoegdheden van het EFSF effectief gemaakt kunnen worden”, aldus The Financial Times. De krant meldt verder dat functionarissen van de eurozone hun werk versnellen om met een ontwerpdocument te komen. De uiteindelijke tekst zou dan “ondertekend moeten worden door de 17 regeringen van de eurozone, en vervolgens een ratificatieproces moeten ondergaan, inclusief parlementaire goedkeuring in de meeste van die landen".