Een souvenirswinkel in Venetië

Venetië, een mooie maar droevige etalage

De honderden Venetianen die ieder jaar besluiten de stad te verlaten, geven vrijbaan aan particuliere investeerders en kunstspeculanten die de historische plaats doen veranderen in een fantoomstad. Achterblijvende inwoners zijn tot wanhoop gedreven omdat door een gebrek aan overheidsgeld iedere poging de economie nieuw leven in te blazen gedoemd is te mislukken.

Gepubliceerd op 12 april 2012 om 10:25
Spirosk  | Een souvenirswinkel in Venetië

Voormalig burgemeester Massimo Cacciari beweert dat het onheil Venetië van twee kanten bedreigt: de gravinnen die popelen om de stad te redden en het karakter van haar inwoners. “Venetië ligt op sterven!” is de jammerklacht van de gravinnen en de Venetianen. In werkelijkheid is Venetië als stad al dood. En herrezen, als etalage.

Overdag is Venetië alles behalve somber, of melancholisch. Nee, de stad is nog nooit zo mooi, zo levendig geweest. Nog nooit kwam er zoveel geld binnen uit het noordoosten, uit Milaan, Europa en Amerika. Particulier geld weliswaar, van kooplieden, niet van mecenassen. Restauraties en stichtingen schieten de grond uit.

Het meest opmerkelijke voorbeeld is dat van de Franse zakenman Pinault, die een stukje Venetië heeft aangeschaft – het prachtige gebouw Punta della Dogana – om er de kunstenaars van zijn collectie te exposeren en hun werk vervolgens in zijn veilinghuis te verkopen.

Avondklok

Nu is de strijd losgebarsten rond het historische handelsgebouw Fontego dei Tedeschi, dat door Benetton is gekocht. Sterarchitect Rem Koolhaas ontwierp een omstreden dakterras met uitzicht op de Rialtobrug. Het is ook een feit dat er tientallen jaren lang niemand in de Punta della Dogana is geweest.

Nieuwsbrief in het Nederlands

’s Nachts wordt Venetië weer zichzelf. Dat wil zeggen, een leeggelopen stad, zoals andere oude binnensteden. Maar hier, omringd door zoveel schoonheid, is de aanblik van dichte ramen, donkerte en stilte nog triester, terwijl de stroom pendelaars en arme toeristen zich naar het vasteland verplaatst.

Er is alleen nog leven op de plekken waar de studenten zich ophouden: Campo Santa Margherita, San Giacomo dell’Orio, de Rialtomarkt. De inwoners hebben echter hun beklag gedaan en nu heeft de stad om middernacht een avondklok ingesteld.

Hysterische scènes

Cacciari vertelt:

Het is niet te geloven wat ik in Punta della Dogana heb aangetroffen! Rondlopende muizen, kantoorbedienden opgesloten in hun hokjes en in het torentje dat uitkijkt op het San Marcoplein, misschien wel de mooiste plek op aarde, een illegaal appartement. De dag waarop de bouwwerkzaamheden moesten beginnen vinden we in het pakhuis opeens een opslagruimte met oud hout. Ik zeg: weg ermee. Als antwoord krijg ik te horen dat dat niet kan, het is een zaak voor monumentenzorg. Ik bel monumentenzorg: kom dat hout hier halen. Antwoorden ze dat dat niet kan, het zijn de resten van een oude vloer. Toen begon ik te schreeuwen, een hysterische scène was het. Ik werd hoorndol.

Hetzelfde gebeurt op het Piazzale Roma, waar het nieuwe bolwerk van justitie moet komen, voor een prijs die drie keer zo hoog is als geraamd.

Niet te geloven – zegt Cacciari – vervuilde grond, vertragingen en nog andere grappen, zoals deze. Het werk staat op het punt te beginnen, net als er een sensationele vondst wordt gedaan: kisten vol dierenbeenderen. Ik zeg dat dit bekend is: tot in de negentiende eeuw waren hier slachthuizen. Ik krijg als antwoord dat het een opzienbarende vondst is, de hele voedselketen van het Venetië van de achttiende eeuw kan worden gereconstrueerd. Ik ga erheen en ze tonen me een bot van een geit, van een kalf, een os… Ik begin weer te schreeuwen. Nog een hysterische scène. Ik word opnieuw uitzinnig: 'Als het werk niet onmiddellijk begint, pak ik een knuppel en sla ik die botten één voor één tot moes!'

Lege schatkist

Cacciari vertelt dat hij 'het walgelijke gezeur' over Venetië niet meer verdraagt, het geklaag dat uit de 'ellendige salons' weerklinkt en van een bevolking komt die niets anders doet dan mopperen. Hij herinnert eraan wat er in die twintig jaar allemaal is gedaan: het nieuwe Arsenaal met het onderzoekscentrum Thetis, de wederopbouw van theater La Fenice, hoe moeilijk dit ook was, en de restauratie van Ca’ Giustinian, waar de Biënnale plaatsvindt.

Het probleem is dat de stad geen cent meer heeft. De twee historische inkomstenbronnen, de speciale wet en het casino, zijn opgedroogd. De staat betaalt nu minder en al het geld gaat naar Mose, de grootste hydraulische installatie ter wereld, die Venetië moet beschermen tegen overstromingen. Het project heeft nu al vijf miljard euro gekost en er moet nog twee jaar aan worden gewerkt.

De andere schatkist van de stad is het casino, dat ooit spelers in witte smokings verwelkomde voor een spelletje chemin de fer op het Lido, maar nu leeft van Chinezen die spelen aan de gokautomaten op het vasteland, in Ca’ Noghera. Door de crisis en de concurrentie met onlinegokautomaten van de staat is de opbrengst gedaald van 200 miljoen euro per jaar tot 145 miljoen euro. Aangezien 100 miljoen opgaat aan vaste kosten, zijn de inkomsten van de stad ingestort.

Er zijn op dit moment twee werkelijke problemen: de leegloop van het historische Venetië en het lot van Marghera, het grootste industriegebied van Europa.

Peperdure, vochtige huizen

Het display van apotheek Morelli op de Campo San Bartolomeo, die de grote vlucht in de gaten houdt, geeft aan dat er nog 58.855 inwoners zijn. Feit is dat de Venetianen niet meer in Venetië willen wonen, en niet alleen omdat de huizen op de hogere verdiepingen peperduur zijn en niemand de vochtige huizen ter hoogte van het water of de oververhitte zolders wil.

Venetianen willen, net als iedereen, de auto voor de deur. De stad heeft zesduizend appartementen, waarvan een groot deel wordt verhuurd aan het gewone volk. De middenklasse wordt steeds kleiner, het is de bourgeoisie die op de etages tussen de eerste verdieping en de zolders woonde.

De Venetianen vertrekken naar het vasteland, naar Mestre, de lelijkste stad van Italië, in elk geval tot voor kort. Nu is Piazza Ferreto een voetgangersgebied geworden, in de buitenwijken zijn bossen aangelegd, de stortplaats van San Giuliano is omgevormd tot park, er is breedbandinternet en er ligt een project klaar voor de bouw van een museum van de toekomst, het M9.

Bestemming voor huwelijksreizen

Pierre Cardin, die eigenlijk Pietro Cardin heet en in Sant’Andrea di Barbarana, in de provincie Treviso, is geboren, zou voordat hij overleidt hier in Marghera de ‘Tour Lumière’ willen neerzetten, een gebouw van anderhalf miljard euro en 254 verdiepingen, om de modeopleiding te huisvesten. De burgemeester zegt geen nee.

Venetië blijft een bevoorrechte bestemming voor huwelijksreizen. En voor velen is San Marco de mooiste plek op aarde. Om overtuigd te raken hoef je alleen maar naar de koepel van de schepping te kijken, het genesis van de analfabeten, waar God de hand van Adam op de kop van de leeuw legt om duidelijk te maken dat de mens voor de dieren komt; dezelfde leeuw die in het mozaïek ernaast uit de ark van Noach komt en na maanden nietsdoen eerst zijn poten strekt voordat hij ervandoor gaat.

Hetzelfde zou met Venetië moeten gebeuren: de race weer oppakken, ondanks die zware taak om zoveel schoonheid te bewaren en tegelijkertijd daaromheen een stad te laten opleven.

Categorieën
Tags

Are you a news organisation, a business, an association or a foundation? Check out our bespoke editorial and translation services.

Ondersteun de onafhankelijke Europese journalistiek.

De Europese democratie heeft onafhankelijke media nodig. Voxeurop heeft u nodig. Sluit u bij ons aan!

Over hetzelfde onderwerp